Bornholm
a. Algemeen – b. Almindingen graniet – c. Bornholm streepgraniet (gneis) – d. Hammer graniet – e. Paradisbakke graniet – f. Rønne graniet – g. Svaneke graniet – h. Vang graniet
a. Algemeen
Het granietmassief van Bornholm is een voortzetting van het oergebergte van Zuid-Zweden. Meer dan de helft van Bornholm bestaat uit Bornholmstreepgraniet. Langs de randen van de streepgraniet vinden we gesteenten als Rönnegraniet, Vanggraniet en Paradisbakke-migmatiet. (graniet). Deze gesteenten bezitten veel meer donkere mineralen dan de streepgraniet.
Verder komen op Bornholm nog twee granieten voor. Dit zijn de lichtgekleurde Hammergraniet en Svanekegraniet. Ook deze gesteenten hebben een laag percentage aan donkere mineralen.
Opvallend in de Bornholmgranieten is de rode verkleuring in vlekjes of aders van hematiet. (IJzeroxyde)
Naast de hier genoemde stenen komen op Bornholm ook nog gesteenten voor zoals de Nexözandsteen en pegmatiet. Deze gesteenten worden (voorlopig) niet besproken.
b. Almindingengraniet (1,4 miljard jaren)
Almindingengraniet is een aplitische variëteit van Hammergraniet. Het gesteente heeft een lichtgekleurde grondmassa, die bestaat uit kaliveldspaat, plagioklaas en kwarts. Tussen de verschillende mineralen zijn onduidelijke korrelgrenzen. Er zijn weinig donkere mineralen. De vlekkerige verdeling van hematiet is nog al eens opvallend. Het gesteente is vaak zwak gneisachtig.
c. Bornholmstreepgraniet (1,8 – 1,4 miljard jaren)
Bornholmstreepgraniet is een duidelijke gneisgraniet. Het gesteente heeft een suikerkorrelige tot middelkorrelige grondmassa. Deze grondmassa bestaat uit geelachtige of roze kaliveldspaten (microclien), kwarts en wat plagioklaas. Opvallend zijn de korte zwarte slierten, die vooral uit biotiet bestaan. Het opvallendste kenmerk zijn de rode vlekken en strepen van hematiet (ijzeroxide). Dit mineraal heeft door de korrelgrenzen heen delen van het gesteente rood gekleurd.(Zie foto’s 4,5)
d. Hammergraniet. (1,4 miljard jaren)
Ook Hammergraniet heeft onduidelijke korrelgrenzen. Zowel kaliveldspaat als plagioklaas heeft over het algemeen een lichtgrijze kleur. De kwarts is lichtgrijs. Een deel van de kwarts is echter, evenals delen van de kaliveldspaat en plagioklaas roodgekleurd door hematiet. De donkere mineralen liggen in nesten bij elkaar.
6. Hammergraniet. Veenwoudsterwal. Een lichtgekleurd type dat mogelijk beter is te plaatsen bij het Almindingen type.
e. Paradisbakkegraniet.
Paradisbakkegraniet(migmatiet) is eigenlijk een variant van de streepgraniet(gneis) Het gesteente bestaat uit een afwisseling van lichtgetinte en donker getinte banden. De fijnkorrelige (aplitische) banden bestaan vooral uit kwarts, microclien en plagioklaas. De donkere banden bestaan vooral uit biotiet en hoornblende. De kwarts is plaatselijk rood door hematietkleuring. Het gesteente bevat titaniet.
f. Rønnegraniet (1,4 miljard jaren)
Rønnegraniet is een donkere graniet met soms wat roodachtige veldspaat. Vanwege de verhouding tussen kaliveldspaat (microklien) en plagioklaas, waarbij de plagioklaas sterk in de meerderheid is, behoort het gesteente vaak tot de granodiorieten en zouden we dus eigenlijk moeten spreken van een Rønnegranodioriet. De lichtgekleurde mineralen zijn dus perthitische microklien en plagioklaas. Vaak is de onverweerde plagioklaas wat kleurloos en doorzichtig, Soms wat groenachtig. Een ander goed herkenningsteken is de microklien. Op een breukvlak vertoont dit mineraal bij beweging van de steen vaak een opvallend fraaie schittering.
Rønnegranieten zijn vaak midden- tot grofkorrelig.
Kwarts komt voor in kleine korreltjes, maar tussen de grijze veldspaat valt het mineraal niet op.
De donkere mineralen zijn vooral hoornblende en biotiet, waarbij de hoornblende in de meerderheid is. Deze twee mineralen zijn bepalend voor de donkere kleur. Het kleureffect wordt nog versterkt door de doorzichtige plagioklaas. Hoornblende en biotiet vormen onregelmatige concentraties.
Gepolijst is Rønnegraniet een fraai donkergekleurd gesteente, dat bijv. gebruikt wordt voor grafstenen en winkelpuien. (Zie de foto hiernaast.)
g. Svanekegraniet (1,4 miljard jaren)
Svanekegraniet is de grofste der Bornholmgranieten. De veldspaten kunnen soms groter zijn dan 1 cm. In de gevlekte grondmassa liggen een aantal bleek- tot steenrode, vaak rechthoekige kaliveldspaten. Vaak zijn het Karlsbader Tweelingen. De plagioklazen zijn wit- of groenachtig. Ze hebben vaak ook een rechthoekige vorm. Grijze kwartsen komen voor in matige hoeveelheden. Biotiet vormt donkere vlekken. In deze vlekken vinden we nog al wat erts en titaniet. De rode kleur wordt niet alleen veroorzaakt door de rode kaliveldspaten maar ook door hematiet, die in deze graniet deels verantwoordelijk is voor de rode kleur.
h. Vanggraniet. (1,4 miljard jaren)
Vanggraniet is er in homogene en wat meer gneisachtige vorm.
Het is een nogal bont gesteente. De hoofdkleur is grijsachtig met wat gedempt roodachtige veldspaat. De korrelgrenzen zijn weer onduidelijk. Het gesteente bevat meer kaliveldspaat dan plagioklaas. De grondmassa bestaat vooral uit grijsbruine kaliveldspaat, plagioklaas (sommige witgekleurde exemplaren zijn opvallend) en veel onopvallende kleine, grijze kwartsen. Ook bevat de grondmassa zeer kleine grafische vergroeiingen van kwarts en veldspaat. De zijn met een loep echter nog onzichtbaar. Kenmerkend voor het gesteente zijn de talrijke, rondachtige, zwarte aggregaten, die regelmatig over het gesteente zijn verdeeld en allemaal ongeveer dezelfde grootte hebben. Ze bestaan vooral uit biotiet en wat hoornblende, maar ook mineralen als titaniet en magnetiet komen voor. Aan de buitenkant zijn de aggregaten goed zichtbaar Ook dit gesteente heeft deels weer lichtrode verkleuring ten gevolge van de aanwezigheid van hematiet.
Aan de buitenkant van deze steen uit de omgeving van Garijp is het moeilijk te zien dat het een Bornholmgraniet is. Een breukvlak geeft meer duidelijkheid vanwege het grote aantal opvallende hematietvlekjes.